Het is een misvatting om te denken dat dat altijd de drijfveer is van een architect. Iets bijzonders, iets speciaals ontwerpen, iets wat er nog niet eerder is bedacht. Wanneer is een gebouw bijzonder? Als het opvallend is, anders dan alles er omheen? Dat kan.
Maar het kan ‘m ook in iets anders zitten. Bijvoorbeeld dat het ontwerp goed aansluit op het gebruik. Dat het gebouw juist goed in de omgeving past of er zelfs in opgaat. Of dat er goed gebruik is gemaakt van wat er al stond en een bestaand gebouw ineens een nieuw leven krijgt. Ook dat is bijzonder
Zoals bij het kerkgebouw van het Apostolisch genootschap aan het Zuiderpark in Den Haag. En daar ben ik best trots op, in alle bescheidenheid.
Waarom? Dat vertellen ik in deze overdenking.
Samenbrengen van park en stad
Het gebouw moest worden gerenoveerd en gemoderniseerd, waarbij vooral de sfeer van de kerk, de beleving binnen, verbeterd kon worden. En dan het liefst door het bestaande zoveel mogelijk te handhaven, want bouwkundig stond het bestaande nog best fier overeind.
Wat stond er, waar moest ik mee aan de slag? Een veel te grote rechthoekige zaal, met een paar bijgebouwen. Zoals wel vaker een nogal besloten geheel. Van de mooie locatie aan het Zuiderpark was binnen weinig te merken. Daar wilde ik verandering in brengen. Juist vanwege de typische locatie, op de rand van stad en groen.
Ik stelde voor de het grote hoge bouwdeel met de kerkzaal te slopen. Het was weliswaar een kenmerkend volume aan de weg maar van binnen te kil en matig geisoleerd. Daarvoor in de plaats ontwierp ik een smaller maar even hoog rechthoekig bakstenen volume, met daarin alle benodigde voorzieningen. Dit staat langs een bestaand deel met bijzalen. Samen vormen ze het stenige anker met de stad.
Daaromheen plaatste ik één lange gevel. Deze maakt een golvende beweging en bestaat volledig uit een donkere houtsoort. Dit past bij de karakter van het park en contrasteert met de rechthoekige bakstenen zaal, die juist heel stads is. Door de vele ramen in de gevel kun je het park goed zien.
Als een omarming
De golvende gevel geeft de kerk een opvallende uitstraling. Daar zit een gedachte achter. De ronde vorm buigt naar de rechthoekige baksteen vleugels en markeert de entree vanaf de straat. Vandaar buigt en krult de gevel om alle ruimten te maken voor alle functies en plekken die nodig zijn en doet deze in elkaar overlopen. Deze gevel is door zijn beweging, door zijn dikte, door de zwarte kleur aan de buitenzijde en door de repeterende gaten zowel beschermend als verbindend.
Je zou kunnen zeggen dat de kerkruimten omarmt worden door de buitenkant. Omarmen was dan ook een thema in het ontwerp. Het ontwerp doet denken aan iemand die je omarmt en tegen de borst houdt. Dit beeld sluit aan op de gemeenschapszin van de kerk.
Bezinnen is de wereld een beetje afsluiten
Naarmate je verder het gebouw in loopt en dichter bij de kerkzaal komt, wordt de ruimte hoger en lichter. Door de ramen vindt de zon haar weg naar binnen, maar tijdens de dienst wordt je niet afgeleid door wat er buiten gebeurt. Je blik gaat omhoog. Zo draagt het ontwerp bij aan de sfeer.
Binnenkomen, elkaar ontmoeten en verstillen. Dat is de essentie. Daarom vind ik dit Apostolisch kerkgebouw zo bijzonder. Niet alleen door hoe het eruit ziet. Maar juist doordat het op heel verschillende manieren van waarde is voor de gebruikers en is verankerd in de omgeving.