… en dan is de pandemie voorbij. De mondkapjes zijn niet meer nodig. Alles wordt weer normaal. Zoals het was. Toch?
Minder behoefte aan kantoorruimte…
Het duurde even, maar de meeste mensen zijn nu gewend aan online vergaderen. En aan de voordelen ervan. Vergaderen op afstand, meetings worden calls. En waar die normaal een uur duurden, blijken ze ook in 15 minuten te kunnen. Bovendien hoeft niemand ervoor te reizen. Het kantoorwerk zoals we dat kenden zal blijvend veranderen.
Het thuiswerken is here to stay. De behoefte aan kantoorruimte met voor iedereen een werkplek zal hierdoor afnemen. Verder afnemen, eigenlijk, want deze trend was al ingezet door de opkomst van de flexplekken. Hierdoor was per werknemer nog maar 0.7 werkplek nodig. De verwachting is dat deze ratio nog verder keldert, naar misschien wel 0.5 of zelfs 0.3.
De kantoren zullen nog meer dan eerst ontmoetingsplekken worden, waar we elkaar (zakelijk) ontmoeten, maar waar meer aandacht zal zijn voor afstand, hygiëne en veiligheid. Hoe we die behoefte kunnen vormgeven zonder dat het afstandelijk gaat voelen, is een uitdaging voor de toekomst.
…maar des te meer aan woonruimte
Behalve dat het thuiswerken effect heeft op de behoefte aan kantoorruimte, heeft het ook invloed op het gebruik en de inrichting van woningen. Een aparte kamer waar je ongestoord kunt werken is het afgelopen jaar namelijk geen overbodige luxe gebleken. Misschien zelfs twee kamers of aparte plekken.
Dit betekent waarschijnlijk dat de behoefte aan woonruimte nog groter wordt dan die al is. De huizenmarkt is overspannen, betaalbare huur- of koopwoningen zijn schaars. En starters hebben het nog steeds moeilijk. Terwijl er ook leegstand zal zijn, vooral van kantoorpanden.
De vraag of het rendabel is om van leegstaande kantoren woningen te maken zullen we anders moeten gaan bekijken. Het oplossen van het woningtekort is een maatschappelijke opgave, waarover breed en innovatief moet worden nagedacht.
Elkaar blijven ontmoeten
Tijdens de coronacrisis doen we alles thuis. Werken, sporten en studeren. Dit zal natuurlijk niet altijd zo blijven. Maar de individualisering heeft zich wel verder doorgezet door de gewoontes die we hebben ontwikkeld.
Nederland is al een land waar veel zich achter de voordeur afspeelt. We houden van onze privacy, onze eigen plek. En natuurlijk, privacy is belangrijk, maar het is ook goed om naar elkaar om te kijken. Dit kunnen we doen door gelegenheid te geven voor ontmoeting.
In sommige woningcomplexen wordt hier vorm aan gegeven door voordeuren te laten uitkomen op een gemeenschappelijk plein. Ook zijn er complexen met sportgelegenheden en een ontmoetingsplek. Zo wordt de kans vergroot om elkaar toevallig te ontmoeten en om gemeenschapszin te creëren. Niet zozeer om sociale controle terug te brengen, maar wel sociale cohesie. We moeten het samen doen, samen leven.
De rol van de architect
De realiteit verandert dagelijks. En daarmee ook de behoeften van gebruikers en bewoners van werkplekken en woningen. Dat raakt de rol van de architect. Het is nu nóg belangrijker om het leven en de gebruiken van onze klanten goed te begrijpen.
En dat doen we nog steeds heel graag.
Dat verandert in elk geval niet.